Wie een gloednieuwe wagen heeft, wil deze natuurlijk zo lang mogelijk als nieuw houden. Je rijdt voorzichtig en wil krassen op de lak maximaal vermijden. In dit artikel vind je een aantal tips om je wagen zelf te onderhouden om zo een lange levensduur te garanderen.
Onderhoud door de garage
Je wagen moet regelmatig gecontroleerd worden door professionals zodat jij veilig op de weg kan blijven rijden. We maken hierbij een verschil tussen een groot en een klein onderhoud. Een klein onderhoud gebeurt best elke 15.000 kilometer. Een groot onderhoud is dan weer aangewezen elke 30.000 kilometer of gemiddeld om de twee jaar. Tijdens zo’n onderhoud worden essentiële onderdelen zoals filters vervangen. Daarnaast controleren automechaniekers of de olie nog in orde is en of de accu en de remmen nog goed werken. Moet je veel de baan op? Dan is het interessant om frequenter een onderhoud te laten uitvoeren. Hoe meer je met de wagen rijdt, hoe sneller de onderdelen slijten. Je kan bij de garagist informeren hoe dikwijls een onderhoud voor jouw auto vereist is, afhankelijk van de technische kenmerken.
Wat kan je zelf checken?
In de eerste plaats is het belangrijk om de juiste documenten aan boord te hebben. Wat moét er in je handschoenenkastje zitten? Het inschrijvingsbewijs en gelijkvormigheidsattest – dat krijg je bij de aankoop van de wagen – het verzekeringsbewijs (beter gekend als de groene kaart) en ook het keuringsbewijs als je auto ouder is dan vier jaar. Vergeet ook niet om altijd je rijbewijs en identiteitskaart op zak te hebben.
Bovendien is er een verplichte uitrusting voor elke wagen. Dat houdt in dat je altijd een fluohesje in de auto moet liggen hebben. In België is dat minstens één exemplaar voor de bestuurder, maar in andere landen kan het zijn dat je ook voor elke passagier een hesje moet voorzien. Daarenboven maken een gevarendriehoek en brandblusser steevast deel uit van de auto-uitrusting, net als een EHBO-kit.
Daarnaast kan je zelf een kijkje nemen onder de motorkap van je auto. Controleer het oliepeil en diverse vloeistoffen zoals remvloeistof, koelvloeistof en ruitenwisservloeistof. Zit er nog voldoende druk in je banden? Vergeet ook niet te wisselen tussen zomer- en winterbanden afhankelijk van het seizoen. Check meteen de ruitenwissers: zijn de rubbers nog niet versleten? Een propere ruit is immers cruciaal voor een veilige rit. Ga gelijk na of er geen scheurtje of sterretje in de voorruit zit. Is dat wel het geval, laat dit dan onmiddellijk herstellen zodat het glas niet verder kan scheuren.
Tanken
Wie een bezoekje brengt aan het tankstation moet steeds aandachtig zijn. Je wil immers geen diesel in een benzinetank gieten. Kies dus altijd de juiste brandstof voor jouw brandstoftank. Ook al zijn de brandstofprijzen tegenwoordig erg hoog, laat je niet verleiden om ‘rode diesel’ of stookolie te tanken. Dat is wettelijk verboden en je riskeert bijgevolg een boete. Maak liever gebruik van een tankkaart om steeds tegen de laagst mogelijke prijs te tanken!